Waarom ik taalvrijwilliger in de bibliotheek werd, wat ik ervan geleerd heb en waarom ik jou aanraad om het ook te doen :-).

Door: Karen Kammeraat, taalvrijwilliger in de bibliotheek

Ruim 3 jaar geleden meldde ik me aan als vrijwilliger bij Taal aan Zee. In tijden van polarisatie wilde ik me aansluiten bij die groep mensen die wil laten zien dat nieuwkomers van harte welkom zijn. Bovendien wilde ik deze nieuwkomers ook gewoon graag beter leren kennen, want zo vaak kom ik ze helaas niet tegen in mijn netwerk. Taalvrijwilliger was voor mij een goede optie, want ik vind het leuk om met taal bezig te zijn.

Binnen Taal aan Zee koos ik voor de functie van gespreksleider bij Taal in de Bibliotheek. Iedereen die Nederlands wil leren mag binnenlopen om te oefenen met praten. Veel mensen zitten op Nederlandse les, maar hebben vervolgens niemand om het praten mee te oefenen.

En het was inderdaad zo leuk om al die verschillende mensen te ontmoeten en hun verhalen te leren kennen. Expats uit Zwitserland, Peru en China, statushouders uit Jemen en Syrië, Oekraïense vluchtelingen, arbeidsmigranten uit Bulgarije en Polen, vrouwen uit Marokko en Turkije die hier al jaren wonen, maar door hun drukke leven thuis nooit de tijd hebben gehad om Nederlands te leren. We hebben samen veel geleerd en veel gelachen.

En wat heb ik geleerd?
Ten eerste heb ik natuurlijk dingen geleerd over onze taal, die mij heel normaal leken, maar dat niet zijn. Neem bijvoorbeeld het woord ‘er’… een piepklein woord dat we vaak gebruiken, maar wat betekent het nu precies? ER is ER een jarig… Leg dat maar eens uit aan beginnende sprekers.

Ik heb geleerd hoe schandalig sommige mensen hier op de werkvloer behandeld worden. Ik schaam me ervoor dat dit in Nederland voorkomt. Jaren en jaren op je knieën van ‘s ochtends vroeg tot laat in de middag in het Westland plantjes verpotten, met beschadigde knieën en handen tot gevolg. En dat als alleenstaande moeder. Wat een zwaar leven. En dan nog optimistisch en positief blijven ook. Ik kan daar alleen maar bewondering voor hebben.

Het was bemoedigend om te horen dat de meeste mensen Nederlanders aardig vinden. Over al onze regels zijn er gemengde gevoelens. Nederland is fijn en rustig, maar soms ook wel erg rigide.

Wat ik zelf vooral geleerd heb is dat ik heel goed bevriend kan zijn met iemand die totaal verschillend over bepaalde, voor mij toch wel essentiële, zaken denkt. Mijn rol was om het praten te faciliteren. Dat betekent dat ik meningen en ideeën heb aangehoord over homoseksualiteit (iets westers), de rol van de vrouw (achter het aanrecht) en over corona (bestaat niet), die rechtstreeks ingingen tegen mijn overtuigingen. Ik luisterde en merkte dat de warme band en de waardering bleef ondanks de meningsverschillen. Met sommigen kan ik er zelfs grapjes over maken.

Dus hou je van taal, vind je het leuk om iets voor nieuwkomers te betekenen en heb je een uurtje of twee per week over? Ik kan het je van harte aanraden!